Page:Tijdschrift voor Indische Taal- Land- en Volkenkunde, LVI.pdf/273

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page has not been proofread.

den indruk dat deze lonter dient om den san t slot ge- noemden Rakejan Darma Sikes oan een stamboom te— helpen, want onmiddellijk daarop volgt dat deze nls lecraar optreedt,

Die conclusie lag te meer voor de hand, wijl gezegde Darma Siksa in meerdere Oudsoendasche geschriften als geestelijke optreedt, zoo o.a. in de Tjarita Parahyangan, in de Waroega goeroe en anderen *).

Aangezien dit feit door opslaan van des heeren Holle’s citnat, dadelijk vast te stellen is, had ik destijds met de bloote vermelding daarvan kunnen volstaan. Nochtans moest aulks te doen achterwege blijven, omdat het vermoeden bij mij gereven was, dat hetzelfde handsehrift door den heer Holle, ongeveer vijftien jaren te voren, ook in yerband met de beschreven steenen op het onde kerkhof Astana géde te Kawali*) was gebracht. :

Ten einde de juistheid van die onderstelling te kunnen nagaan, was natunrlijk het origineel noodzakelijk, doch dit was toen toevallig niet beschikbaar.

Zoo stond de gank nog op het tijdstip dat het verschijuen van Dr. Hoesein Djajadiningrat's doorwrochte Critische besehonwing van de Sadjarah Bantén, een onderzoek naar den inhoud van het oude werk opnieuw aan de orde stelde. Tmmers door geuoemden sehrijver worden ook alle berichten aangaande Pakoean Padjadjaran nog eens in onderling yer- band besproken, zoodat men er de meergenoemde opgaaf van den heer Holle dan ook in santreft, maar zoo omzichtig gebruikt, dat aanstonds duidelijk wordt, dat ook de heer

1) Het jaartal op den Batoo toclis, 0,0. ble, 179—180, Do Pata- palin Adjar Socka rési, 0. ©, passim.

2) Wat den naam van dit dorpje aangant, die volgons de goleide- ijk eanonisch geworden legends ,pan” zoude beteckenen, 2ij epgemerkt, dat hier vermocdeljjk nan den moer gebruikelijken vorm kabali, hot sterk gemaakty, moet gedacht worden in verband met den eenmaal Anse esioan hebbenen barelt: van Praboo Wastoe, Zio: Het jaartal op den Batoe toelis, o.c., ble. 168,