Sonter, Sonter Marten

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
Sonter, Sonter Marten.
Dialect: [[Dialekt:|]]
Text type: Leed
Comment:

from: Johannes Matthias Firmenich Richartz: Germaniens Völkerstimmen. S. 735, Google Böker
Elburg

:

[[Category:]]

(Op Sinte Martens avond gaan de arme jongens langs de huizen om te bedelen: één derzelven is alsdan voorzien van eenen grooten uitgeholden rooden bietwortel, of geelen wortel, of eenen komkommer, waarin een brandend kaarsje op een' langen stok zich bevindt. Voor iedere woning, waar alsdan wordt aangescheld, zingen zij:)

Sonter, Sonter Marten!
De kalvers dragen starten,
De konen dragen hoor'ns,
De kerken dragen toor'ns,
De toorens dragen klokken,
De meisies dragen rokken,
De jonges dragen broken,
Dee schiiten in alle hoken.
Hier woont zoo'n riike man,
Dee zoo veule geven kan.
Veule zal 'ii geven,
Zaelig zal 'ii leven,
Zaelig zal 'ii starven,
De hemel zal 'ii arven.
Sonter Marten is zoo kold;
Geef en turfien of een holt
Um mii bii te warmen,
Mit miin kolde darmen.
Geef vuur, geef vuur!
Sonter Marten is zoo duur.