Page:Tijdschrift voor Indische Taal- Land- en Volkenkunde LVII.pdf/256

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page has not been proofread.

213

Op grond van het feit dat, volgens de beschreven steenen, alle uit de omgaving van het huidige Tjibadak afkomstig, het Heiligdom van den Voetprent bovenstrooms van den daariu afgepaalden vrijgroud gelegen heeft, boud ik dezen batoe tapak voor den vertegenwoordiger van dat sanetnarium,Sanghyang tapak geheeten, waarvoor ook de hooge ligging daarvan pleit. Immers men denkt hierbij aan den batoe tapak op den henvel Koleangkang nabij den oever van Tjikaniki in het land djamboe. Daarop toeh zijn de voetprenten aangebracht van koning Purnawarman, vorst van Tarumanagara, zooal onder die afbeeldingen staat geschreven

kierbij

aan den batoe tapak

op den keuvel Koleangkak nabij den oever van de Tjikaniki land

het

in

Djamboe.

Daarop

toch

zijn

de

voetprenten

aangebracht van koning Purnawarman, vorst van Tarumanagara, zooals onder die afbeeldingen staat geschreven. Sehrift schijnt, betgeen wel

steen

ontbreken

te

voorwerp

nog

tot

jammer

op den Pfirbakti-

is,

waar evenwel de omgeving van toe

onderzocbt

niet

is

geworden,

dit

blijft

de mogelijkheid bestaan, dat deze meer herbergt dan op het

oogenblik bekend

verrichten,

is.

heb

Persoonlijk

maar

de'

ik

getracbt

ten

deze

het

noodige

tocht in het steile bergterrein

is

te

mij te

machtig geworden, zoodat ik dezen, voordat het doel bereikt was, heb moeten opgeven.

De Chef van den Oudheidkundigen Krom, met deze omstandigheid mij de zaak door leden van

Dr. N. J.

in kennis gesteld, beloofde

daaraan verbonden perso-

het

neel te zullen lateu nagaan,

Dienst,

maar toen daaraan uitvoering

zou

gegeveu

dat,

naar aanleiding van den oorlog in Europa, beperking

worden,

verscheen

het Gouvernementsbesluit

van de dienstreizen voorschreef, tengevolge waarvan ook het onderzoek van den Pgrbakti moest uitgesteld worden.

Daardoor komen

wing

van

brengt

en

luidt: in

van

het

hetwelk,

952

Sunda,

wij

thans van zelf

geschiedkundige

(jlaka

kortelijk

een nadere bescboudat steen

D

73

nog eens samengevat, aldus

vereeuwigt Jayabhupati, de Grootkoning

een overwinning, behaald op zijn Javaansehen

tegenstander Haro Gowardhana

Op

tot

gegeveu,

Wikrama Uttnnggadewa.

het huidige tijdstip zijn geen andere oorkonden, waarin

deze vorsten genoemd worden, bekend dan de boven beban»