Page:Tijdschrift voor Indische Taal- Land- en Volkenkunde, LIV.pdf/247

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page has not been proofread.

227

Men verhaalt, dat er twee menschen waren, die bovennatunr-

lijke macht bezaten en krachtig waren in ’n tooverspreuk.


De cen heette Boejoet Sangrajoen, de tweede Aria Dilah. Beider dorpen lagen yer van elkaar gescheiden en Boejoet Sangrajoen kende Aria Dilah uiet Wat betreft Boejoet Sangrajoen, hij woonde op den Ju- 2) hij deed boete op den Kromberg.


weelbe s ku


naar; voor zooveel Aria Dilah aangaat,


Deze heide lieden waren ten zee!


te naijverig op hun 8)


tooverspreuk, want zij hadden de cht daarvan nog niet met anderen Zoo w

tidstip was, maar rond te trekken, bosch uit

emeten, noch deze beproefd.


dat Boejoet Sangrajoen’s bezigheid op dit


ande, bosch


binnentredend, om iemand met boyennatuurlijke macht en


een krachtige tooverspreuk te zoeken, ten einde zijn zoo hooggeschatte formulier met dezen te meten.

Het duurde niet


lang, of Boejoet Sangrajoen kreeg: tij-



’ ding, dat er op den Kro


erg ier


and met bovyennatuurlijke

macht begaafd bezig was boete te doen; ‘t was Aria Dilah.

Daarop werd deze vervolgens door hem gezocht; dag en


nacht hield hij niet op met het bosch af te loopen.

Er wordt yerhaald van voornoemden boetedoenden, Aria Dilah geheeten,

Ook hij was naijverig op zijn tooverformulier en wonder- macht, hij wilde deze beproeven en toetsen.

Vervolgens ging daarop Aria Dilah het woud afloopen


om “een tegenpartij tot meten van de kracht zijner spreuk


te zoeken.

) Niet lang daarna bereikte ook hem bericht,


at er iemand

Deze naam is een antecipatie op de aanyankelijke overwinning van Boejoet


Ms boven, wijl Aria Dilah yerkromd uit den wedstrijd komt


Het gebruik van sorangan in den tekst yerdient de aandacht, daar 't hier


gebruikt is als hooge yorm yan diana. Ook met de bet


kenis van dia hoort men "t hezigen,