Page:Nederduitsch-Maleisch en Soendasch 1841.djvu/14

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page has been proofread.
- VIII -

ik mij overhalen, om die taak op mij te nemen; meenende, dat ik uit aanmerking van het nut, dat de uitgaaf van het werk zou kunnen hebben, de moeite, die daaraan verbonden zou wezen, niet mogt ontzien. De Heer de Wilde gaf daarop het werk in mijne handen over, om daarmede naar welgevallen te handelen, tegelijk met twee in het Soen- dasch opgestelde stukken, ten einde ook het Soendasche spraakgebruik in zamenhangende rede te doen kennen; behelzende het ééne eene be- schrijving van het aanleggen van koffijplantaadjes en van de koffijteelt, het andere eene beschrijving van de gebruiken en plegtigheden , die bij huwelijksverbintenissen in de Soendalanden plaats hebben; beide geheel in den stijl en trant der inboorlingen opgesteld.

Ik zal hier niet treden in een breedvoerig verslag van de wijze, waarop ik mij van de op mij genomen takk getracht heb te kwijten. Genoeg, het werk verschijnt hier zoo goed, als de Heer de Wilde en ik het hebben kunnen maken; en wij wenschen niets meer, dan dat het anderen tot een hulpmiddel strekke om zich meerdere en betere kennis van het Soendasch te verwerven, zoodat zij het gebrekkige van dit werk zullen kunnen verbeteren, en iets beters leveren. Dit moet ik echter hier aanmerken, dat ik het Maleisch gedeelte van deze woordver- zameling geheel onveranderd gelaten heb. De Maleische taal is reeds genoegzaam bekend: het hier meêgedeelde moet slechts dienen, om te doen zien, hoe deze taal injde Preanger Regentschappen gebruikt wordt; en tot dat einde is het van belang, de Maleische woorden zoo te hebben, als de uitspraak er van door den Heer de Wilde in Nederduitsch schrift is uitgedrukt. Mijne zorg heeft zich alleen tot het Soendasch bepaald, vooral tot de schrijfwijze der Soendasche woorden met Javaansche let- ters. De Soendasche woorden zijn hier in Javaansch letterschrift geschreven naar de spelling en schrijfwijs, die tegenwoordig door de kundigste Javanen gevolgd wordt. Maar met Nederduitsche letters zijn die zelfde woorden door den Heer de Wilde zóó geschreven, als het best geschikt scheen, om de ware uitspraak zoo naauwkeurig als mogelijk uit te drukken. Zoo wordt bij voorbeeld kollot (oud) en dossa (zonde) gescschreven, ofschoon deze woorden in Javaansch schrift slechts met óene / en óene a gescschreven worden: want op die wijze wordt te kennen gegeven,