Jump to content

Page:Tijdschrift voor Indische Taal- Land- en Volkenkunde, LVI.pdf/106

From Wikisource
This page has not been proofread.
93


oogenblik aangekomen, zoodat geen den voorrang boven den ander had, maar alle gelijke rechten konden doen gelden.

Het slot was dat de koning ten einde raad werd, aangezien alle vorsten even geducht als vermogend waren; 't waren geen minwaardige heerschers, daar alle over gelijke dapper- heid, onversaagdheid en machtige krijgsbenden beschikten.

Om kort te gaan, de koning overlegde met zijne gemalin en rijksbestierder en zeide: waarde rijksbestierder, de brieven tot aanzoek om de hand van onze dochter moet u beant woorden, en wel in die brieven zetten, dat onze dochter de prijs van een wedstrijd zal zijn. Want geven wij haar aan een van de vorsten dan komt er zeker twist en geven wij haar niet, dan zal dit hun zeker aanleiding worden om ons land den oorlog te verklaren".

„Dus, rijksbestierder, beveel den hoofden thans voort onze talismanvogels, het koppel witte tortels, flaks op te hangen in den middelsten waringin. Hij, die in staat zal blijken de vogels met een pijl in het oog te treffen, is de aanstaande der prinses en zeker zal ik hem tot koning verheffen, door hem tot vicekoning aan te stellen.

Nadat de rijksbestierder den last zijns konings ontvangen had, stelde hij zeven brieven tot antwoord aan de zeven vorsten op, luidend volgens het gekregen bevel.

Wij laten den rijksbestierder aan ' schrijven van zijn brieven.

Er wordt weer verhaald van den bedelaar en zijn aange nomen moeder, dat is de oude weduwe.

Hij zeide tot haar: ma, ik heb hooren zeggen, en wel zeer duidelijk, dat de koning des lands een zeldzaam mooie dochter heeft, hetgeen mij doet overwegen dat zoo mij gegeven wordt die vorstendochter tot vrouwe te bezitten, ik onge twijfeld koning zal worden, waardoor ma zonder fout in dit genot zal deelen en koningin moeder zal genoemd worden

Daarom ga gij, ma, thans fluks naar de hofstad uw opwachting hij den koning maken, ten einde voor mij de