Page:Tjarita Ki-Asdoera.pdf/4

TJARITA KI-ASDOERA⁽¹⁾

---

Mimitina koering nampi piwarangan djoeragan astiten wadana Moendjoel, jen koering koedoe leumpang ka Panimbang; harita mĕnĕran poë salasa, teu ingĕt boelanna djeung tanggalna. Barang isoekna poë rĕbo bral koering leumpang ka Panimbang sĕrta mawa djĕlĕma rejana gĕnĕp poeloeh djeung djaro ngaran Asdoera, nja eta anak koering.

Barang koering doengkap⁽²⁾ ka Panimbang geus njampak djoeragan patili Tjaringin di boemina djoeragan wadana. Tidinja koering ladjëng ngadeuheus ka djoeragan wadana, djeung ka djoeragan patili; dëmi timbalanana djoeragan patih: „Ajeuna maneh Bapa Asdoera hade njijar pamondokan⁽³⁾ bae.”

Nja koering meuting di masigit; doepi isoekna poë kĕmis koering diadjak leumpang ka Tjitĕngah ngiring djoeragan patih djeung djoeragan wadana. Ari djĕlĕma noe gĕnĕp poeloeh teja hĕnteu dibawa, ditinggalkeun di Panimbang pikeun ngadjaga di kawadanan⁽⁴⁾.

Noe ngiring djoeragan patih mah ngan baris⁽⁵⁾ oepas oepas bae.

HET VERHAAL VAN KI-ASDOERA

---

Het begin was, dat ik van den assistentwadana van Moendjoel den last, ontving om mij naar Panimbang te begeven; het was juist op een dinsdag, de maand en den dag herinner ik mij niet. Den volgenden morgen — woensdag — begaf ik mij naar Panimbang en nam met mij mede zestig personen, benevens het desahoofd Asdoera, mijn zoon.

Toen ik te Panimbang aankwam, ontmoette ik daar den patih van Tjaringin in de districtshoofdswoning. Ik maakte vervolgens mijne opwachting bij den wadana en bij den patih; de patih zeide tot mij: „Bapa Asdoera, gij moest nu maar een nachtverblijf zoeken.”

Ik overnachtte in de moskee; den volgenden morgen — donderdag — werd ik uitgenoodigd naar Tjitĕngah te gaan om den patih en den wadana te vergezellen. De zestig personen werden niet medegenomen; zij werden te Panimbang achtergelaten om de districtshoofdswoning te bewaken.

Het waren slechts oppassers, die den patih vergezelden.