Page:Tjarita Ki-Asdoera.pdf/14

From Wikisource
Jump to navigation Jump to search
This page has not been proofread.

soerat ti Mĕnes, jen koering koedoe ka Mĕnes ngala pĕrsen maoeng. Sabalikna ti Mĕnes gantjang koering ngala maoeng di Tjikeusik deui.(47)

Barang dipasangan sakali, ĕmbe beunang koe maoeng, bĕdil beutoe, tapi maoengna mah teu beunang. Toeloej dipasangan deui, diberean loemat(48) kosong. Kira poekoel salapan sore bĕdil beutoe(49) sĕrta sora maoeng gĕroeng gĕroeng. Tapi teu aja noe wani noeroenan.

Barang isoekna koe koering ditejang, eta maoeng geus teu bisaeun leumpang, sabab potong balikatna(50), tapi tatjan paeh.

Toeloej ditejang koe roerah(51) Minggoe, dibĕdil ti loehoer leuit tapi wĕleh teu daek paeh.

Tidinja koe koering dibĕdil tjangkengna, datang ka paeh.

Tjikeusik bevond kwam er een brief van Mĕnes, dat ik mij daarheen moest begeven om de tijgerpremie te halen. Van Mĕnes teruggekomen, ging ik weder naar Tjikeusik om tijgers te vangen.

Toen de val voor de eerste maal opgesteld werd, nam de tijger de geit weg, het schot ging af, maar de tijger werd niet getroffen. Daarop werd de val nogmaals geplaatst zonder lokaas. Ongeveer tegen acht uur's avonds ging het geweer af en de tijger brulde aanhoudend. Maar niemand durfde daarheen gaan. Toen ik den volgenden morgen ging kijken, kon de tijger reeds niet meer loopen, omdat zijn schouderblad gebroken was, maar hij was nog niet dood. Vervolgens ging roerah Minggoe naar hem kijken, hij schoot er op uit de schuur, maar te vergeefs, de tijger kon niet aan zijn eind komen. Toen schoot ik hem in de lendenen dood.

Ter vergelijking der spreektaal in Zuid-Bantĕn met het dialect der Preanger-Regentschappen heb ik het verhaal van Ki-Asdoera in de Preangertaal overgezet.

Aan den Heer S. Coolsma, die den Bijbel in het Soendaneesch vertaalde en vele jaren in dat gewest vertoefde, zij vooraf mijn oprechte dank gebracht voor de hulp mij bij de overzetting in het Preangersch geboden.

Ik heb zooveel mogelijk den gedachtengang en ook den zinbouw van den oorspronkelijken verhaler behouden; vandaar dat de stijl dikwijls stijf is.

Een Preanger Soendanees — en vooral een eigenaardig man als Ki-Asdoera — vertelt immers aanschouwelijk met eene menigte werkwoordelijke en gewone tusschenwerpsels en aardige zinswendingen.